Aart de Jong en Cor de Groot maakten samen al meer dan 130 Fokveedagen mee

NOORDELOOS/AMEIDE • Aart de Jong (83) uit Noordeloos en Cor de Groot (85) uit Ameide kunnen dágen vertellen over hun herinneringen aan tientallen fokveedagen. Aart heeft er dan ook minstens zeventig meegemaakt, Cor meer dan zestig. ‘Je was er het hele jaar mee bezig.’

(bron: Het Kontakt Alblasserwaard)

Ze zitten samen aan de keukentafel van Aarts boerderij aan de Grotewaard in Noordeloos. Aarts vrouw zet dikke plakken cake op tafel, de mannen praten over gehoorapparaatjes en kunstheupen. De rollator van Cor staat onder handbereik. Ondanks hun hoge leeftijd zullen ze ook dit jaar van de partij zijn op het Fokveedag Boerenlandfeest. “Op zo’n dag zie je een heleboel oud-bekenden”, zegt Aart met lichtjes van voorpret in zijn ogen.

Koelboxen
De ponykeuring, de warenmarkt en het pauzeprogramma hebben niet de aandacht van de twee mannen. “Wij zijn de hele dag bij de koeien, verder zie ik niks hoor”, zegt Aart. “We komen niet uitgekeken op de koeien.” Net als in voorgaande jaren nemen ze koelboxen mee, gevuld met dikke boterhammen en fruit. Als een tweede jury zullen ze de beesten beoordelen, van uiers tot beenstand, van kruisbreedte tot voorhand.

Cor en Aart zijn beiden boerenzonen. “Ik ben geboren in dit huis op Grotewaard 30 en was net als Cor de enige zoon in het gezin”, vertelt Aart. “Het was vanzelfsprekend dat we boer zouden worden.” Dat vonden ze prima. Cor werd geboren op Achthoven 52 in Lexmond. Toen hij als tiener de beschikking kreeg over een brommer, croste hij naar Noordeloos om zijn vriendinnetje op te zoeken. Zo kwam hij Aart tegen. Aart: “We kennen elkaar vanaf onze verkeringstijd.”

Stierenhandel
In de jaren na de oorlog was de fokveedag nog kleinschalig. “Je had vroeger alleen de stierenhandel, de keuring en de kaastent”, vertelt Aart. Desalniettemin was de dag befaamd tot ver in Limburg en Brabant. “Hoornaar stond bekend om de handel in stieren.”

Vanuit de omliggende dorpen trokken de boeren lopend, met de dieren aan de hand naar Hoornaar. De dag vond plaats op de derde woensdag in oktober, het kon al koud zijn. Het moet een mooi gezicht geweest zijn destijds: overal de ademwolkjes van mensen en vee, in het schemerdonker op weg naar het keuringsterrein.

De families De Jong en De Groot stonden om een uur of vier op. Eerst haalden ze de koeien die naar de fokveedag moesten uit het land. Een week van te voren waren ze al begonnen ze allemaal met een handtondeuse deels te scheren en helemaal te wassen.

Goverdien, de vrouw van Aart, herinnert zich hoe ze de hele dag emmers met warm water vulde. “De geiser stond de hele dag aan, mijn keuken stond vol stoom.” In de kinderjaren van Aart en Cor moest het water nog op een potfornuis aan de kook gebracht worden. Het wassen gebeurde met groene zeep. Cor: “En maar borstelen.”

Handjeklap
Eenmaal in Hoornaar aangekomen, moesten de koeien opnieuw gepoetst worden. De nacht ervoor hadden ze in de wei weer modder aan hun poten gekregen. Als dat werk gedaan was, kon er eindelijk gegeten worden.

Cor: “Moeder de vrouw had al vroeg brood en koffie klaargemaakt. We gingen rustig bij de koeien zitten eten.” Het programma begon met de keuring van stierkalveren. Aart: “Als je een beetje bovenaan kwam, kon je mooie handel doen. Dan stonden de kopers al op je te wachten. En iedereen hoorde wat je voor een stierkalf kreeg, want tijdens het handjeklap stonden andere boeren mee te luisteren.”

Over de vraag welke dieren mee mochten, was al maandenlang geprakkezeerd. Aart: “Daar was je het hele jaar mee bezig.” Cor: “Je keek welke koeien er mooi strak van lijn waren, geschikt voor de keuring. Ook de uier moest mooi zijn.”

Aart, in onbegrijpelijk jargon: “Er moet draad in zitten, een koe moet een legpuzzel zijn. Je hebt koeien die uiteen vallen in drie stukken. Deze dieren kunnen voor het bedrijf prima zijn, maar zijn niet geschikt voor een keuring. Bij de showkoeien moeten de overgangen vloeiend in elkaar passen.” Nog steeds is het punt van discussie in huize De Groot. “Ik heb twee zonen en een kleinzoon op de boerderij. We bespreken het met z’n vieren.”

Familiedag
De fokveedag is niet alleen een beestendag. Cor: “Het was en is óók een familiedag. Mijn hele familie komt. Ik heb vijf kinderen en een clubje kleinkinderen.” Aart: “Onze drie kinderen komen ook.” Cor: “We zullen herinneringen ophalen aan de vele prijzen die wij vroeger wonnen. “In 1968 ben ik voor het eerst met een groep koeien gegaan. Wat denk je: we hadden de beste groep! Dat was feest. Nee, niet met taart.” Hij lacht. “Er was misschien een extra sneetje koek.”

Ze kijken uit naar 7 oktober. Cor: “Ik maak dat ik er om half tien ben en dan blijf ik tot het klaar is.” Aart gaat ook de hele dag. “Ik wil weten wie er bovenaan komt. Als kinderen vonden we dat al spannend.”

* Vanwege het 105-jarig bestaan van het Fokveedag Boerenlandfeest hebben 80-plussers op zaterdag 7 oktober gratis toegang. De oudste bezoeker zal worden gehuldigd.

Share